Vertaling van sicher
hecht
stevig
vast
ongevaarlijk
veilig
betuigen
ich stelle sicher
du stellst sicher
er/sie/es stellt sicher
ik verzeker
jij verzekert
hij/zij/het verzekert
» meer vervoegingen van verzekeren
Voorbeelden in zinsverband
Fahr sicher!
Rijd veilig!
Bist du dir sicher?
Weet u dat zeker?
Ich bin sicher.
Ik weet het zeker.
Da irrst du dich sicher.
Je hebt het duidelijk mis.
Das ist nicht völlig sicher.
Het is niet helemaal zeker.
Ich bin sicher, dass er kommt.
Ik weet zeker dat hij komt.
Ich bin mir da nicht sicher.
Hier ben ik niet zeker van.
Ich habe ihn sicher schon einmal gesehen.
Ik ben er zeker van dat ik hem al eerder gezien heb.
Steig nicht auf diese Leiter, sie ist nicht sicher!
Niet op die ladder klimmen; hij is niet veilig.
Groß war ihre Freude, als ihr Sohn sicher zurückkehrte.
Ze was heel blij dat haar zoon veilig terug was gekomen.
Ich bin sicher, dass sie bald zurückkommen wird.
Ik weet zeker dat ze snel terugkomt.
Das Kind fühlte sich sicher in den Armen seiner Mutter.
Het kind voelde zich veilig in de armen van zijn moeder.
Ich bin mir sicher, dass du es mögen wirst.
Ik weet zeker dat je het leuk zult vinden.
"Sie haben einen teuren Geschmack!" rief die Ladenbesitzerin aus. "Sind Sie sicher, dass Sie sich nicht zuerst unsere billigeren Modelle anschauen wollen?"
"U heeft een dure smaak!" riep de verkoopster uit. "Weet u zeker dat u niet eerst onze goedkopere varianten wilt doorkijken?"
Ich weiß, du denkst, du hättest verstanden, was du dachtest, was ich gesagt hätte, aber ich bin nicht sicher, ob dir klar ist, dass das, was du gehört hast, nicht das ist, was ich gemeint habe.
Ik weet dat je denkt dat je hebt begrepen wat je dacht dat ik gezegd heb, maar ik weet niet zeker of je je wel gerealiseerd hebt dat wat jij gehoord hebt niet is wat ik bedoelde.