Vertaling van sondern

Inhoud:

Duits
Nederlands
aber, allein, sondern {vw.}
doch
maar 
echter 


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ich bin kein Arzt, sondern Lehrer.

Ik ben geen dokter, maar een leraar.

Ich bin kein Arzt, sondern Lehrer.

Ik ben geen dokter, maar leraar.

Jim ist kein Anwalt, sondern Doktor.

Jim is geen advokaat, maar dokter.

Nein, bin ich nicht; sondern du!

Nee, ik ben het niet, jij bent het!

Er ist kein Amerikaner sondern Engländer.

Hij is niet Amerikaans maar Engels.

Jim ist kein Anwalt, sondern Doktor.

Jim is geen advokaat, maar dokter.

Er ist nicht Arzt, sondern Krankenpfleger.

Hij is geen dokter, maar een verpleger.

Nicht nur Jim, sondern auch seine Eltern sind krank.

Niet alleen Jim maar ook zijn ouders zijn ziek.

John ist nicht mein Bruder, sondern mein Cousin.

John is niet mijn broer maar mijn neef.

Lisa spricht nicht nur englisch, sondern auch französisch.

Lisa spreekt niet alleen Engels, maar ook Frans.

Die Kinder spielen nicht im Wohnzimmer, sondern im Garten.

De kinderen spelen niet in de woonkamer, maar in de tuin.

Nicht Information ist es, was die Welt verändert, sondern Kommunikation.

Wat de wereld verandert, is communicatie, niet informatie.

Den Kuchen, den ich gebacken habe, haben nicht Sie gegessen, sondern Ihre Schwester.

Jij was het niet die de cake hebt gegeten die ik heb gemaakt, het was je zus.

Das eigentliche Problem ist nicht herauszufinden, ob Maschinen denken, sondern ob die Menschen es tun.

Het eigenlijke probleem is niet of machines denken, maar of mensen dat doen.

Äh, mein Herr! Was an der Tafel steht ist keine Exponentialfunktion, sondern eine trigonometrische ...

Eh, meneer... Wat op het bord staat, is geen exponentiële functie, maar een goniometrische...


Gerelateerd aan sondern

aber - allein