Vertaling van stier

Inhoud:

Duits
Nederlands
Stier [m] (der ~) {zn.}
stier  [m]
bul  [m]
fest, fix, feststehend, unbeweglich, stier, starr, Befestigungs-, Fixier-, Fix- {bn.}
onbeweeglijk
star
vast


Gerelateerd aan stier

Stier - fest - fix - feststehend - unbeweglich - starr - Befestigungs- - Fixier- - Fix-