Vertaling van stottern
Inhoud:
Duits
Nederlands
Stottern , Stammeln {zn.}
gestamel
gestotter
gehakkel
gestotter
gehakkel
Stottern {zn.}
stotteren
stammeln, stottern, lallen {ww.}
stamelen
stotteren
hakkelen
stotteren
hakkelen
wir stottern
sie stottern
wij stamelen
zij stamelen
» meer vervoegingen van stamelen