Vertaling van toll
Inhoud:
Duits
Nederlands
herumtollen, mutwillig sein, tändeln, übermütig sein {ww.}
robbedoezen
stoeien
dartelen
stoeien
dartelen
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Sein Konzert war toll.
Zijn concert was geweldig.
Tom sieht toll aus.
Tom ziet er geweldig uit.
Mary sieht toll aus für ihr Alter.
Mary ziet er geweldig uit voor haar leeftijd.
Unser Urlaub in Schweden war ganz toll.
We hebben een geweldige vakantie in Zweden gehad.
Toll, dass deine Mutter sechs Sprachen spricht.
Ongelooflijk dat je moeder zes talen spreekt.
Keine Worte können ausdrücken, wie toll du bist.
Er zijn geen woorden voor hoe geweldig jij bent.