Vertaling van toll

Inhoud:

Duits
Nederlands
rasend, stürmisch, toll, wütend, wutenbrannt, rabiat, grimmig, heftig, verheerend, wahnsinnig, erbittert, unbändig, ungestüm {bn.}
dol
doldriftig
verwoed 
woedend
woest
irre, toll, verrückt, wahnsinnig, irrsinnig, rasend, von Sinnen, frenetisch {bn.}
dol
dolzinnig
gek 
krankzinnig
stapel
uitzinnig
waanzinnig
herumtollen, mutwillig sein, tändeln, übermütig sein {ww.}
robbedoezen
stoeien
dartelen


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Sein Konzert war toll.

Zijn concert was geweldig.

Tom sieht toll aus.

Tom ziet er geweldig uit.

Mary sieht toll aus für ihr Alter.

Mary ziet er geweldig uit voor haar leeftijd.

Unser Urlaub in Schweden war ganz toll.

We hebben een geweldige vakantie in Zweden gehad.

Toll, dass deine Mutter sechs Sprachen spricht.

Ongelooflijk dat je moeder zes talen spreekt.

Keine Worte können ausdrücken, wie toll du bist.

Er zijn geen woorden voor hoe geweldig jij bent.