Vertaling van trassieren
Inhoud:
Duits
Nederlands
abgehen, trassieren, ziehen auf {ww.}
trekken
trasseren
trasseren
wir trassieren
sie trassieren
wij trekken
zij trekken
» meer vervoegingen van trekken
wir trassieren
sie trassieren
wij trekken
zij trekken
» meer vervoegingen van trekken