Vertaling van unbedeutend
Inhoud:
Duits
Nederlands
unbedeutend, nichtig, Bagatell- {bn.}
beuzelachtig
luizig
onbeduidend
onbetekenend
onnozel
luizig
onbeduidend
onbetekenend
onnozel
unbedeutend {bn.}
goedaardig
onbelangrijk
onbelangrijk
unwichtig, unbedeutend, belanglos {bn.}
gering
onnozel
onnozel