Vertaling van ungefähr
omringend
Voorbeelden in zinsverband
Er ist ungefähr dreißig.
Hij is ongeveer dertig.
Sie ist ungefähr vierzig.
Ze is ongeveer veertig.
Ich wiege ungefähr 60 Kilo.
Ik weeg rond de 60 kilo.
Sie hat ungefähr zweitausend Bücher.
Ze heeft ongeveer 2000 boeken.
Wir liefen ungefähr fünf Meilen.
We wandelden ongeveer vijf mijl.
Es sind ungefähr fünf Meilen.
Het is ongeveer vijf mijl.
Herr White hat ungefähr mein Alter.
Meneer White is ongeveer van mijn leeftijd.
Er ist ungefähr so alt wie Sie.
Hij is ongeveer even oud als jij.
Sie ist ungefähr so alt wie ich.
Ze is ongeveer even oud als ik.
Ich bin ungefähr um 5 Uhr hier angekommen.
Ik kwam hier aan rond vijf uur.
Morgens wache ich immer ungefähr um sieben Uhr auf.
's Morgens word ik altijd rond zeven uur wakker.
Vater kam vor ungefähr zehn Minuten nach Hause.
Vader is ongeveer tien minuten geleden thuisgekomen.
Sie waren ungefähr 25 Cent pro Pfund billiger.
Ze waren ongeveer 25 cent per pond goedkoper.
Es hat ungefähr die Größe von einem Ei.
Het is ongeveer even groot als een ei.