Vertaling van unterscheiden

Inhoud:

Duits
Nederlands
differenzieren, unterscheiden, trennen {ww.}
uit elkaar houden
onderscheid maken
Ich kann ihn nicht von seinem Bruder unterscheiden.
Ik kan hem en zijn broer niet uit elkaar houden.
auszeichnen, hervorheben, unterscheiden, auseinanderhalten, auseinanderhalten können, wahrnehmen, erkennen, bemerken, kennzeichnen, charakterisieren, ehrend hervorheben {ww.}
onderscheiden
onderscheid maken tussen
onderkennen

wir unterscheiden
sie unterscheiden

wij onderscheiden
zij onderscheiden
» meer vervoegingen van onderscheiden

Kannst du Butter von Margarine unterscheiden?
Kan jij boter van margarine onderscheiden?
Wirklichkeit und Fantasie sind schwer zu unterscheiden.
Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Kannst du Butter von Margarine unterscheiden?

Kan jij boter van margarine onderscheiden?

Wirklichkeit und Fantasie sind schwer zu unterscheiden.

Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.

Kannst du sie und ihre Schwester unterscheiden?

Kunt ge haar onderscheiden van haar zus?

Es ist nicht immer einfach, Japaner und Chinesen zu unterscheiden.

Het is niet altijd makkelijk om Japans en Chinees uit elkaar te houden.

Ich kann ihn nicht von seinem Bruder unterscheiden.

Ik kan hem en zijn broer niet uit elkaar houden.

Es ist eine schwere Aufgabe, zwischen "richtig" und "falsch" zu unterscheiden, aber man muss es tun.

Het is moeilijk te zeggen wat goed is en wat niet, maar toch moet het.