Vertaling van unverfroren
Inhoud:
Duits
Nederlands
unverfroren, ungeniert, zwanglos, frei, ungezwungen, unbefangen, unverblühmt {bw.}
voor het vaderland weg
vrij
vrij
barsch, ungezogen, unverfroren, unhöflich, unartig, grob {bn.}
honds
lomp
onbeleefd
onheus
vlegelachtig
lomp
onbeleefd
onheus
vlegelachtig
impertinent, unverfroren, unverschämt, schamlos, ausgeschämt, gemein, unflätig {bn.}
brutaal
driest
onbeschaamd
schaamteloos
driest
onbeschaamd
schaamteloos
unverschämt, schamlos, ausgeschämt, unverfroren {bw.}
schaamteloos
zonder blikken of blozen
zonder blikken of blozen