Vertaling van verbünden
ich habe verbunden
du hast verbunden
er/sie/es hat verbunden
ik heb verbonden
jij hebt verbonden
hij/zij/het heeft verbonden
» meer vervoegingen van verbinden
ich habe verbunden
du hast verbunden
er/sie/es hat verbunden
ik heb verbonden
jij hebt verbonden
hij/zij/het heeft verbonden
» meer vervoegingen van verbinden
een verband omleggen
ich habe verbunden
du hast verbunden
er/sie/es hat verbunden
ik heb omgebonden
jij hebt omgebonden
hij/zij/het heeft omgebonden
» meer vervoegingen van ombinden
ich habe verbunden
du hast verbunden
er/sie/es hat verbunden
ik heb verzameld
jij hebt verzameld
hij/zij/het heeft verzameld
» meer vervoegingen van verzamelen
ich habe verbunden
du hast verbunden
er/sie/es hat verbunden
ik heb verbonden
jij hebt verbonden
hij/zij/het heeft verbonden
» meer vervoegingen van verbinden
ich habe verbunden
du hast verbunden
er/sie/es hat verbunden
ik heb verbonden
jij hebt verbonden
hij/zij/het heeft verbonden
» meer vervoegingen van verbinden