Vertaling van verkehrt
Inhoud:
Duits
Nederlands
verkehrt {bn.}
tegengesteld
tegenliggend
tegenstaand
tegenstrijdig
tegenliggend
tegenstaand
tegenstrijdig
umlaufen, zirkulieren, kreisen, im Umlauf sein, kursieren, auf und ab gehen, herumgehen, verkehren {ww.}
rouleren
in omloop zijn
rondgaan
circuleren
in omloop zijn
rondgaan
circuleren
er/sie/es verkehrt
ihr verkehrt
hij/zij/het gaat rond
jullie gaan rond
» meer vervoegingen van rondgaan
verkehren {ww.}
in verbinding staan
in elkaar lopen
in elkaar lopen
er/sie/es verkehrt
ihr verkehrt
hij/zij/het verkeert
jullie verkeren
» meer vervoegingen van verkeren
frequentieren, verkehren, Umgang haben mit, besuchen {ww.}
bezoeken
over de vloer komen
over de vloer komen
er/sie/es verkehrt
ihr verkehrt
hij/zij/het bezoekt
jullie bezoeken
» meer vervoegingen van bezoeken
Ich werde dich morgen besuchen.
Ik zal je morgen bezoeken.
Wir werden sie bald besuchen.
We gaan ze snel bezoeken.
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Dieser Satz ist nicht verkehrt.
Deze zin is niet verkeerd.
Er hat nichts verkehrt gemacht.
Hij heeft geen fout gemaakt.
Er trug sein Hemd verkehrt herum.
Hij had zijn hemd binnenste buiten aan.