Vertaling van verprassen
Inhoud:
Duits
Nederlands
verschwenden, vergeuden, verschleudern, verprassen, durchbringen {ww.}
verkwisten
wir verprassen
sie verprassen
wij verkwisten
zij verkwisten
» meer vervoegingen van verkwisten
verludern, verjubeln, verprassen {ww.}
verbrassen
verboemelen
verboemelen
wir verprassen
sie verprassen
wij verbrassen
zij verbrassen
» meer vervoegingen van verbrassen