Vertaling van versehen

Inhoud:

Duits
Nederlands
anschaffen, ausstatten, versehen, versorgen {ww.}
voorzien van
stijven
provianderen
spekken
bevoorraden

wir versehen
sie versehen

wij stijven
zij stijven
» meer vervoegingen van stijven

besetzen, einfassen, garnieren, verzieren, ausstatten, versehen, schmücken, ausschmücken, zieren {ww.}
uitmonsteren
stofferen
beslaan 
garneren
afzetten 

wir versehen
sie versehen

wij monsteren uit
zij monsteren uit
» meer vervoegingen van uitmonsteren

reichlich, überflüssig, überschüssig, reich, versehen {bn.}
abundant
overvloedig
rijk 
uitbundig
volop
weelderig
welig
Fehler [m] (der ~), Irrtum [m] (der ~), Versehen [o] (das ~), Verfehlung [v] (die ~) {zn.}
fout  [v]
vergissing  [v]
dwaling [v]
abuis  [o]
Mein Fehler.
Mijn fout.
Ich habe einen Fehler gemacht.
Ik heb een fout gemaakt.