Vertaling van versprechen

Inhoud:

Duits
Nederlands
geloben, verheißen, versprechen, zusagen {ww.}
verzeggen
toezeggen
uitloven
beloven 

wir versprechen
sie versprechen

wij verzeggen
zij verzeggen
» meer vervoegingen van verzeggen

Gelöbnis [o] (das ~), Versprechen [o] (das ~), Zusage [v] (die ~) {zn.}
belofte  [v]
uitloving [v]
toezegging [v]
Ein Versprechen ist schnell vergessen.
Een belofte is gauw vergeten.
Tom hat sein Versprechen nicht gehalten.
Tom heeft zijn belofte niet gehouden.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Ein Versprechen ist ein Versprechen.

Beloofd is beloofd.

Ein Versprechen ist schnell vergessen.

Een belofte is gauw vergeten.

Tom hat sein Versprechen nicht gehalten.

Tom heeft zijn belofte niet gehouden.

Du kannst dich auf sein Versprechen verlassen.

Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.

Er vergaß sein Versprechen dorthin zu gehen.

Hij vergat zijn belofte daarnaartoe te gaan.

Seine Versprechen darf man nicht brechen.

Je moet je beloftes niet breken.


Gerelateerd aan versprechen

geloben - verheißen - zusagen - Gelöbnis - Versprechen - Zusage