Vertaling van voran
Inhoud:
Duits
Nederlands
hervor, vorwärts, nach vorn, voran {bw.}
naar voren
voorover
vooruit
voort
voorwaarts
voorover
vooruit
voort
voorwaarts
voranbringen, vorwärts bewegen, vorschieben, vostellen {ww.}
vooruitzetten
vooruitbrengen
vooruitbrengen
ich bringe voran
du bringst voran
er/sie/es bringt voran
ik zet vooruit
jij zet vooruit
hij/zij/het zet vooruit
» meer vervoegingen van vooruitzetten