Vertaling van vorbeifahren
Inhoud:
Duits
Nederlands
defilieren, vorbeimarschieren, vorbeiziehen, vorbeifahren {ww.}
defileren
ich werde vorbeifahren
du wirst vorbeifahren
er/sie/es wird vorbeifahren
ik zal defileren
jij zult defileren
hij/zij/het zal defileren
» meer vervoegingen van defileren