Vertaling van vorsichtig

Inhoud:

Duits
Nederlands
vorsichtig, auf sich achtend, behutsam {bn.}
behoedzaam
voorzichtig
Schwierigkeiten aus dem Wege gehend, vorsichtig {bn.}
ontwijkend
bedächtig, behutsam, besonnen, vorsichtig, auf sich achtend {bn.}
voorzichtig


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Vorsichtig!

Voorzichtig!

Sie machte das vorsichtig.

Zij deed het voorzichtig.

Du kannst mein Auto benutzen, wenn du vorsichtig fährst.

Je mag mijn auto gebruiken als je voorzichtig rijdt.