Vertaling van wähnen

Inhoud:

Duits
Nederlands
wähnen {ww.}
illusies wekken bij
begoochelen

wir wähnen
sie wähnen

wij begoochelen
zij begoochelen
» meer vervoegingen van begoochelen

schwärmen, träumen, wähnen {ww.}
dromen 
mijmeren

wir wähnen
sie wähnen

wij dromen
zij dromen
» meer vervoegingen van dromen

Du bringst mich zum Träumen.
Ge doet mij dromen.
Wie könnte ich ein Roboter sein? Roboter träumen nicht.
Hoe zou ik een robot kunnen zijn? Robots dromen niet.


Gerelateerd aan wähnen

schwärmen - träumen