Vertaling van wiederholt
Inhoud:
Duits
Nederlands
er/sie/es wiederholt
ihr wiederholt
hij/zij/het maakt over
jullie maken over
» meer vervoegingen van overmaken
er/sie/es wiederholt
ihr wiederholt
hij/zij/het herhaalt
jullie herhalen
» meer vervoegingen van herhalen
Könnten Sie das wiederholen?
Kunt u dat herhalen?
Könntest du das bitte wiederholen?
Kunt ge dat herhalen?
er/sie/es wiederholt
ihr wiederholt
hij/zij/het herhaalt
jullie herhalen
» meer vervoegingen van herhalen
Könnten Sie das bitte wiederholen?
Kun je dat herhalen?
Wie viele Male muss ich wiederholen, dass sie nicht meine Freundin ist?
Hoe vaak moet ik nog herhalen dat ze mijn vriendin niet is?