Vertaling van wild

Inhoud:

Duits
Nederlands
wild {bn.}
onwettelijk
wild {bn.}
wild
woest
wild, reißend, blutdürstig, grausam, unmenschlich, rau {bn.}
woest
barbarisch, wild, grausam, roh, unmenschlich, Barbaren- {bn.}
barbaars 
Wildbret [o] (das ~), Wild [o] (das ~), Jagdbeute [v] (die ~) {zn.}
wild
buit [m]
Nicht alle Tiere sind wild.
Niet alle dieren zijn wild.
Sei nicht so wild, Jack.
Jack, doe niet zo wild.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Nicht alle Tiere sind wild.

Niet alle dieren zijn wild.

Sei nicht so wild, Jack.

Jack, doe niet zo wild.


Gerelateerd aan wild

reißend - blutdürstig - grausam - unmenschlich - rau - barbarisch - roh - Barbaren- - Wildbret - Wild - Jagdbeute