Vertaling van wählen

Inhoud:

Duits
Nederlands
Wählen, Auswählen, Wahlgang [m] (der ~) {zn.}
verkiezing  [v]
auslesen, wählen, auswählen, erwählen, aussuchen, auserwählen, eine Auswahl treffen {ww.}
kiezen 
uitzoeken
verkiezen
uitpikken
uitlezen
uitkiezen 
Du darfst dir aussuchen, was immer du willst.
U kunt kiezen welke je wilt.


Voorbeelden in zinsverband

Duits
Nederlands

Wählen Sie ein Kleid, das Ihnen gefällt.

Kies een jurk die jullie bevalt.

Welche Nummer sollte ich bei einem Notfall wählen?

Welk nummer moet ik bellen in geval van nood?

Mir wurde angeboten, zwischen Tee oder Kaffee zu wählen.

Ik kreeg de keus tussen thee en koffie.

Sie wurde gerade eine Generation nach der Sklaverei geboren ; in einer Zeit, als es keine Autos auf der Straße und keine Flugzeuge am Himmel gab ; als jemand wie sie aus zwei Gründen nicht wählen konnte — weil sie eine Frau ist und wegen ihrer Hautfarbe.

Ze werd slechts een generatie voorbij slavernij geboren; in een tijd toen er geen auto's op de weg reden en geen vliegtuigen in de lucht vlogen; toen iemand als zij om twee redenen niet mocht stemmen - omdat ze een vrouw was en door de kleur van haar huid.