Vertaling van zerstreut

Inhoud:

Duits
Nederlands
zerstreut {bn.}
verstrooid
sporadisch, zerstreut {bn.}
dungezaaid
sporadisch 
dispergieren, zerstreuen {ww.}
kleurschifting veroorzaken
trennen, abtrennen, auseinandermachen, scheiden, abscheiden, zerstreuen {ww.}
scheiden 

er/sie/es zerstreut
ihr zerstreut

hij/zij/het scheidt
jullie scheiden
» meer vervoegingen van scheiden

zerstreuen {ww.}
uitzaaien

er/sie/es zerstreut
ihr zerstreut

hij/zij/het zaait uit
jullie zaaien uit
» meer vervoegingen van uitzaaien

zerstreuen {ww.}
uitzaaien
uitstrooien

er/sie/es zerstreut
ihr zerstreut

hij/zij/het zaait uit
jullie zaaien uit
» meer vervoegingen van uitzaaien

zerstreuen, ablenken, unterhalten {ww.}
verstrooien
afleiden 

er/sie/es zerstreut
ihr zerstreut

hij/zij/het verstrooit
jullie verstrooien
» meer vervoegingen van verstrooien

diffundieren, zerstreuen, diffus zurückwerfen {ww.}
diffuseren
zich verspreiden