Vertaling van zusammenleimen

Inhoud:

Duits
Nederlands
zusammenkleben, zusammenleimen, verkleben {ww.}
aan elkaar lijmen
lijmen 

ich werde zusammenleimen
du wirst zusammenleimen
er/sie/es wird zusammenleimen

ik zal lijmen
jij zult lijmen
hij/zij/het zal lijmen
» meer vervoegingen van lijmen



Gerelateerd aan zusammenleimen

zusammenkleben - verkleben