Vertaling van zuschicken
Inhoud:
Duits
Nederlands
ich werde zuschicken
du wirst zuschicken
er/sie/es wird zuschicken
ik zal adresseren
jij zult adresseren
hij/zij/het zal adresseren
» meer vervoegingen van adresseren
ich werde zuschicken
du wirst zuschicken
er/sie/es wird zuschicken
ik zal adresseren
jij zult adresseren
hij/zij/het zal adresseren
» meer vervoegingen van adresseren