Vertaling van zusichern
Inhoud:
Duits
Nederlands
behaupten, bestätigen, vergewissern, versichern, beteuern, zusichern, sicherstellen {ww.}
verzekeren
betuigen
betuigen
ich werde zusichern
du wirst zusichern
er/sie/es wird zusichern
ik zal verzekeren
jij zult verzekeren
hij/zij/het zal verzekeren
» meer vervoegingen van verzekeren