Vertaling van zusprechen

Inhoud:

Duits
Nederlands
zuerkennen, zusprechen, zuschlagen {ww.}
aanbesteden 

ich werde zusprechen
du wirst zusprechen
er/sie/es wird zusprechen

ik zal aanbesteden
jij zult aanbesteden
hij/zij/het zal aanbesteden
» meer vervoegingen van aanbesteden

Zuschlag erteilen, zuerkennen, zusprechen {ww.}
toewijzen
toekennen
toeslaan
gunnen

ich werde zusprechen
du wirst zusprechen
er/sie/es wird zusprechen

ik zal toewijzen
jij zult toewijzen
hij/zij/het zal toewijzen
» meer vervoegingen van toewijzen



Gerelateerd aan zusprechen

zuerkennen - zuschlagen - Zuschlag erteilen