Vertaling van zustimmen
Inhoud:
Duits
Nederlands
beipflichten, beistimmen, einwilligen, zustimmen, zuwilligen {ww.}
ich werde zustimmen
du wirst zustimmen
er/sie/es wird zustimmen
ik zal toestemmen
jij zult toestemmen
hij/zij/het zal toestemmen
» meer vervoegingen van toestemmen
approbieren, billigen, genehmigen, gutheißen, autorisieren, zustimmen {ww.}
ich werde zustimmen
du wirst zustimmen
er/sie/es wird zustimmen
ik zal toestemmen
jij zult toestemmen
hij/zij/het zal toestemmen
» meer vervoegingen van toestemmen
Voorbeelden in zinsverband
Duits
Nederlands
Sie werden niemals zustimmen.
Ze zullen nooit akkoord gaan.
Ich kann Ihnen nicht zustimmen.
Ik kan het niet met je eens zijn.
Es tut mir leid, aber ich kann dem nicht zustimmen.
Spijtiggenoeg kan ik niet akkoord gaan met jou.