Vertaling van über
Voorbeelden in zinsverband
Alle lachten über ihn.
Iedereen lachte hem uit.
Sie sprachen über Liebe.
Ze spraken over liefde.
Er wohnt über mir.
Hij woont boven mij.
Nur über meine Leiche!
Over m'n lijk!
Über wen redest du?
Over wie heb je het?
Er weiß viel über Tiere.
Hij weet veel over dieren.
Das Buch handelt über China.
Dit boek gaat over China.
Tom ging über die Straße.
Tom stak de straat over.
Klagt Tom oft über Rückenschmerzen?
Klaagt Tom vaak over rugpijn?
Ich weiß nichts über ihn.
Ik weet niets over hem.
Sie lachten über seinen Fehler.
Zij lachten over zijn fout.
Was weißt du über Tom?
Wat weet je over Tom?
Was denkst du über ihn?
Wat denk jij van hem?
Er weiß viel über Schmetterlinge.
Hij weet veel over vlinders.
Faber schrieb Bücher über Insekten.
Faber schreef boeken over insecten.