Vertaling van Chinese
Voorbeelden in zinsverband
He studies Chinese.
Hij studeert Chinees.
Mary understands Chinese.
Maria verstaat Chinees.
Let's order Chinese takeout.
Laten we Chinees bestellen.
I am Chinese.
Ik ben Chinees.
Santa Claus is Chinese.
De kerstman is Chinees.
Europe's Chinese food is nothing like China's Chinese food.
Chinese gerechten in Europa lijken totaal niet op Chinese gerechten in China.
I can speak Chinese, but I can't read Chinese.
Ik kan Chinees wel spreken, maar niet lezen.
Are you Chinese or Japanese?
Ben je Chinees of Japans?
He studies Chinese as well.
Hij studeert ook Chinees.
Chinese characters are very beautiful.
Chinese tekens zijn erg mooi.
Auldey is a Chinese brand.
Audley is een Chinees merk.
Are they Japanese or Chinese?
Zijn zij Japans of Chinees?
No, Chinese dishes are the best.
Nee, Chinees is het beste.
I still don't write Chinese well.
Ik kan nog steeds niet goed Chinees schrijven.
We studied Chinese for 2 years.
We studeerden twee jaar lang Chinees.