Vertaling van June

Inhoud:

Engels
Nederlands
June {zn.}
juni  [m]
zomermaand
The rainy season begins in June.
Het regenseizoen begint in Juni.
They are to be married in June.
Ze gaan trouwen in juni.
june {zn.}
zomermaand [m] (de ~)
june {zn.}
juni [m] (de ~)
zomermaand [m] (de ~)
rozenmaand
He returned from Holland in June.
In juni is hij teruggekomen uit Nederland.
She is expecting a baby in June.
Ze verwacht een kind in juni.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

The rainy season begins in June.

Het regenseizoen begint in Juni.

He returned from Holland in June.

In juni is hij teruggekomen uit Nederland.

They are to be married in June.

Ze gaan trouwen in juni.

She is expecting a baby in June.

Ze verwacht een kind in juni.

This is the driest month of june since the thirties.

Dit is de droogste juni sinds de jaren dertig.

Today is June 18th and it is Muiriel's birthday!

Vandaag is het 18 juni en het is de verjaardag van Muiriel!


Gerelateerd aan June

junecalendar month