Vertaling van accident
toevalligheid
voorval
ongeval
accident
Voorbeelden in zinsverband
Accident
Ongeluk
An accident just happened.
Een ongeval deed zich juist voor.
Fortunately he survived the accident.
Gelukkig heeft hij het ongeval overleefd.
Tom had a major accident.
Tom heeft een ernstig ongeluk gehad.
It was a terrible accident.
Het was een vreselijk ongeval.
He had a traffic accident.
Hij had een verkeersongeval.
He reported his accident to the police.
Hij meldde zijn ongeval bij de politie.
His health has declined since the accident.
Zijn gezondheid is verslechterd sinds het ongeluk.
Tom was a witness to the accident.
Tom was getuige van het ongeluk.
She was injured in a car accident.
Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.
The accident happened two hours ago.
Het ongeval gebeurde twee uur geleden.
The accident arose from a simple mistake.
Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing.
The accident happened the day before yesterday.
Het ongeluk is eergisteren gebeurd.
That accident happened near his house.
Dat ongeluk gebeurde vlakbij zijn huis.
The accident is reported in today's paper.
Het ongeluk staat vermeld in de krant van vandaag.