Vertaling van acquired

Inhoud:

Engels
Nederlands
acquired, learnt {bn.}
aangeleerd 
to acquire, to buy, to purchase {ww.}
aankopen

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik kocht aan
jij kocht aan
hij/zij/het kocht aan
» meer vervoegingen van aankopen

to acquire, to get, to obtain, to gain, to secure {ww.}
verkrijgen 
verwerven
behalen 
buitmaken

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik verkreeg
jij verkreeg
hij/zij/het verkreeg
» meer vervoegingen van verkrijgen

Where can I obtain a map of Europe?
Waar kan ik een kaart van Europa verkrijgen?
to acquire, to appropriate {ww.}
zich eigen maken
to acquire, to develop, to get, to grow, to produce {ww.}
regenereren
aangroeien

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik regenereerde
jij regenereerde
hij/zij/het regenereerde
» meer vervoegingen van regenereren

to acquire, to gain, to win {ww.}
winnen
scheppen
nemen
komen
verkrijgen
verwerven

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik won
jij won
hij/zij/het won
» meer vervoegingen van winnen

Which team will win?
Welk team zal winnen?
He predicted she would win.
Hij voorspelde dat ze zou winnen.
to acquire, to adopt, to assume, to take, to take on {ww.}
aannemen

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik nam aan
jij nam aan
hij/zij/het nam aan
» meer vervoegingen van aannemen

to acquire, to larn, to learn {ww.}
leren
opsteken
meenemen
ondervinden

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik leerde
jij leerde
hij/zij/het leerde
» meer vervoegingen van leren

I want to learn French.
Ik wil graag Frans leren.
We learn English at school.
Wij leren Engels op school.
to acquire, to develop, to get, to grow, to produce {ww.}
regenereren

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik regenereerde
jij regenereerde
hij/zij/het regenereerde
» meer vervoegingen van regenereren

to acquire, to get {ww.}
bemachtigen

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik bemachtigde
jij bemachtigde
hij/zij/het bemachtigde
» meer vervoegingen van bemachtigen

to acquire, to adopt, to assume, to take, to take on {ww.}
inhuren
huren

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik huurde in
jij huurde in
hij/zij/het huurde in
» meer vervoegingen van inhuren

to acquire, to develop, to get, to grow, to produce {ww.}
ontwikkelen

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik ontwikkelde
jij ontwikkelde
hij/zij/het ontwikkelde
» meer vervoegingen van ontwikkelen

to acquire, to develop, to get, to grow, to produce {ww.}
leveren

I acquired
you acquired
he/she/it acquired

ik leverde
jij leverde
hij/zij/het leverde
» meer vervoegingen van leveren



Gerelateerd aan acquired

learnt - acquire - buy - purchase - get - obtain - gain - secure - appropriate - develop - grow - produce - win - adopt - assumegrow - cause - have - acquire - bushel - recruit - become - act