Vertaling van addressing
Inhoud:
Engels
Nederlands
addressing {zn.}
adressering
Treat a decayed tooth.
Een aangetaste tand/kies behandelen.
to confront, to face, to abut, to address {ww.}
het hoofd bieden
to lecture, to discourse, to address {ww.}
een spreekbeurt houden
een lezing houden
een lezing houden