Vertaling van advent

Inhoud:

Engels
Nederlands
advent, coming {zn.}
komst [v]
Advent {zn.}
advent 
advent, coming {zn.}
aanstaande [m] (de ~)
verloofde [m] (de ~)
arrival, advent {zn.}
aankomst  [v]
The severely injured man was dead on arrival at the hospital.
De zwaargewonde man was al gestorven bij aankomst in het ziekenhuis.
advent {zn.}
advent [m] (de ~)


Gerelateerd aan advent

coming - Advent - arrivalbetter half - period