Vertaling van affair
Inhoud:
Engels
Nederlands
affair, love affair, amour {zn.}
liefdesafaire
Let me say one thing.
Laat mij een ding zeggen.
You just have to promise me one thing.
Je moet me alleen één ding beloven.
affair {zn.}
minnarijtje
liefdesbetuiging
liefdesbetuiging
They are going to investigate the affair.
Zij gaan de zaak onderzoeken.
Voilá! Case resolved!
Zaak opgelost!
affair, function, occasion, social function, social occasion {zn.}
gebeurtenis
moment
evenement
gebeuren
happening
moment
evenement
gebeuren
happening
The royal wedding was a magnificent occasion.
De koninklijke bruiloft was een prachtige gebeurtenis.
affair, matter, thing {zn.}
zaak
ding
ding
There's only one thing we can do now!
Er is slechts één ding dat we kunnen doen nu!
I have no idea how to use this thing.
Ik heb geen idee hoe je dit ding moet gebruiken.
affair, matter, thing {zn.}
zaak
kwestie
affaire
aangelegenheid
kwestie
affaire
aangelegenheid
I have nothing to do with the affair.
Ik heb niets met de zaak te maken.
He was accused of having lied about the affair.
Hij werd beschuldigd van liegen over die zaak.
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
They are going to investigate the affair.
Zij gaan de zaak onderzoeken.
I have nothing to do with the affair.
Ik heb niets met de zaak te maken.
He was accused of having lied about the affair.
Hij werd beschuldigd van liegen over die zaak.