Vertaling van afflicted with
Inhoud:
Engels
Nederlands
affected with, afflicted with, subject to
behept met
lijdend aan
lijdend aan
I afflicted
you afflicted
he/she/it afflicted
ik griefde
jij griefde
hij/zij/het griefde
» meer vervoegingen van grieven
I afflicted
you afflicted
he/she/it afflicted
ik verdroot
jij verdroot
hij/zij/het verdroot
» meer vervoegingen van verdrieten
I afflicted
you afflicted
he/she/it afflicted
ik beproefde
jij beproefde
hij/zij/het beproefde
» meer vervoegingen van beproeven
to hurt, to afflict, to distress, to grieve, to pain {ww.}
pijn doen
pijn veroorzaken
bezeren
pijn veroorzaken
bezeren
I afflicted
you afflicted
he/she/it afflicted
ik bezeerde
jij bezeerde
hij/zij/het bezeerde
» meer vervoegingen van bezeren
I didn't mean to hurt you.
Ik wou u geen pijn doen.
People who hurt children do not deserve mercy.
Mensen die kinderen pijn doen verdienen geen genade.