Vertaling van affronted
Inhoud:
Engels
Nederlands
affronted, insulted, offended, aggrieved {bn.}
beledigd
gebelgd
gebelgd
to challenge, to defy, to question, to affront {ww.}
uittarten
trotseren
uitdagen
tarten
trotseren
uitdagen
tarten
I affronted
you affronted
he/she/it affronted
ik tartte uit
jij tartte uit
hij/zij/het tartte uit
» meer vervoegingen van uittarten
I affronted
you affronted
he/she/it affronted
ik beledigde
jij beledigde
hij/zij/het beledigde
» meer vervoegingen van beledigen
to insult, to offend, to hurt, to wrong, to aggrieve, to affront, to miscall {ww.}
I affronted
you affronted
he/she/it affronted
ik schold uit
jij schold uit
hij/zij/het schold uit
» meer vervoegingen van uitschelden
to affront, to diss, to insult {ww.}
brutaliseren
bruuskeren
schofferen
bruuskeren
schofferen
I affronted
you affronted
he/she/it affronted
ik brutaliseerde
jij brutaliseerde
hij/zij/het brutaliseerde
» meer vervoegingen van brutaliseren