Vertaling van ail
Inhoud:
Engels
Nederlands
ail
schelen
schorten
schorten
to be ailing, to ail {ww.}
ziek zijn
to abide, to bear, to endure, to put up with, to suffer, to sustain, to ail {ww.}
I ail
you ail
we ail
ik lijd
jij lijdt
wij lijden
» meer vervoegingen van lijden
I cannot bear the pain any more.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Man is destined to suffer.
De mens is voorbestemd tot lijden.
ail, garlic {zn.}
knoflook