Vertaling van air

Inhoud:

Engels
Nederlands
to air, to aerate, to air out, to vent, to ventilate {ww.}
doorwaaien
luchten 
doortochten

I air
you air
we air

ik lucht
jij lucht
wij luchten
» meer vervoegingen van luchten

air, aria, tune {zn.}
aria [v]
air {zn.}
lucht 
Air is invisible.
Lucht is onzichtbaar.
Air those shoes!
Lucht die schoenen!
to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}
uitzenden

I air
you air
we air

ik zend uit
jij zendt uit
wij zenden uit
» meer vervoegingen van uitzenden

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}
doorseinen

I air
you air
we air

ik sein door
jij seint door
wij seinen door
» meer vervoegingen van doorseinen

to air, to bare, to publicise, to publicize {ww.}
luchten
ventileren

I air
you air
we air

ik lucht
jij lucht
wij luchten
» meer vervoegingen van luchten

to air, to air out, to vent, to ventilate {ww.}
afreageren

I air
you air
we air

ik reageer af
jij reageert af
wij reageren af
» meer vervoegingen van afreageren

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}
rondstralen
uitzenden

I air
you air
we air

ik straal rond
jij straalt rond
wij stralen rond
» meer vervoegingen van rondstralen

to air, to beam, to broadcast, to send, to transmit {ww.}
omroepen

I air
you air
we air

ik roep om
jij roept om
wij roepen om
» meer vervoegingen van omroepen

impression, air, aura {zn.}
indruk 
effect  [o]
impressie [v]
belichting [v]
He makes a bad impression.
Hij maakt een slechte indruk.
Tom made a poor impression.
Tom maakte een slechte indruk.
aerobatics, air, air travel, aviation {zn.}
luchtacrobatiek [v]
vliegkunst
expression, mien, look, air, appearance {zn.}
uiterlijk
gezicht  [o]
uitzicht
gelaatsuitdrukking [v]
air  [o]
You look so pale.
Je gezicht is bleek.
A look of contentment appeared on his face.
Een voldane blik verscheen op zijn gezicht.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

The tire leaks air.

De band is lek.

Air is invisible.

Lucht is onzichtbaar.

Air those shoes!

Lucht die schoenen!

All people breathe air.

Alle mensen ademen lucht.

Man cannot live without air.

Mensen kunnen niet leven zonder lucht.

We cannot live without air.

We kunnen niet leven zonder lucht.

There is no air in space.

Er is geen lucht in de ruimte.

Water and air are both fluids.

Water en lucht zijn allebei fluïda.

What's on the air this evening?

Wat voor programma's zijn er op?

I want to breathe some fresh air.

Ik wil wat frisse lucht opsnuiven.

The air in this room is foul.

De lucht in deze kamer is vuil.

Air is a mixture of several gases.

Lucht is een mengsel van verschillende gassen.

The air felt a little cold.

De lucht voelde een beetje koud aan.

Air is to men what water is to fish.

Lucht is voor mensen, wat water is voor vissen.

In winter, the dry leaves fly around in the air.

In de winter vliegen de droge bladeren in de lucht rond.