Vertaling van alarm clock

Inhoud:

Engels
Nederlands
alarm, alarm clock {zn.}
wekker [m] (de ~)
The alarm clock is ringing.
De wekker loopt af.
The alarm clock wakes me at seven.
De wekker wekt me om zeven uur.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

The alarm clock is ringing.

De wekker loopt af.

The alarm clock wakes me at seven.

De wekker wekt me om zeven uur.

The alarm clock is ten minutes fast.

De wekker loopt tien minuten voor.

The first item he bought was an alarm clock.

Het eerste ding dat hij kocht was een wekker.

Yesterday the alarm clock didn't go off and Kurt didn't wake up.

Gisteren is de wekker niet afgelopen en Kurt is niet wakker geworden.


Gerelateerd aan alarm clock

alarmclock