Vertaling van alarming
Inhoud:
Engels
Nederlands
alarming, alarm {bn.}
alarmerend
zorgwekkend
zorgwekkend
alarming, daunting, dread, dreadful, fearful, frightful, scary {bn.}
angstaanjagend
angstwekkend
beangstigend
vervaarlijk
angstwekkend
beangstigend
vervaarlijk
to frighten, to alarm, to chill, to intimidate, to scare, to startle, to affright {ww.}
bang maken
vrees aanjagen
verschrikken
beangstigen
vrees aanjagen
verschrikken
beangstigen
If I wanted to scare you, I would tell you what I dreamt about a few weeks ago.
Als ik je wilde bang maken, zou ik je vertellen waar ik een paar weken geleden over gedroomd heb.
to alarm, to raise the alarm, to sound the alarm {ww.}
alarmeren
alarm slaan
alarm slaan
to agitate, to alarm, to disturb, to perturb, to ruffle, to trouble, to unsettle, to upset, to worry {ww.}
verontrusten
benauwen
benauwen
to alarm, to alert {ww.}
alarmeren
to alarm, to alert {ww.}
beklemmen
knagen
knellen
drukken
vreten
nijpen
benauwen
beknellen
knagen
knellen
drukken
vreten
nijpen
benauwen
beknellen
to alarm, to appal, to appall, to dismay, to horrify {ww.}
afschrikken
to alarm, to appal, to appall, to dismay, to horrify {ww.}
alarmeren