Vertaling van alive
levendig
Voorbeelden in zinsverband
We found him alive.
We hebben hem leven gevonden.
The goldfish is alive.
De goudvis leeft.
I want them alive.
Ik wil ze levend.
Is he still alive?
Leeft hij nog?
Both brothers are still alive.
Beide broers zijn nog in leven.
I will keep the fish alive.
Ik zal de vissen in leven houden.
Alive or dead, I'll always love you.
Levend of dood, ik zal altijd van je blijven houden.
Almost all of the dogs are alive.
Bijna alle honden zijn levend.
Is the snake alive or dead?
Is die slang dood of levend?
Tom was barely alive when we found him.
Tom was nauwelijks nog in leven toen we hem vonden.
For some reason I feel more alive at night.
Om de één of andere reden ben ik 's nachts levendiger.
I was relieved to hear that he was alive.
Ik was opgelucht te horen dat ze in leven was.
I don't know whether he is dead or alive.
Ik weet niet of hij dood of levend is.
The doctors thought he was dead, but today he is still alive and healthy, and has a job and a family.
De dokter dachten dat hij dood was, maar vandaag is hij gezond en wel en hij heeft werk en een familie.