Vertaling van almost
Voorbeelden in zinsverband
You're almost right.
Je hebt bijna gelijk.
He was almost asleep.
Hij sliep bijna.
I am almost ready.
Ik ben bijna klaar.
It's almost six o'clock.
Het is bijna zes uur.
I understood almost everything.
Ik begreep het bijna helemaal!
Dinner is almost ready.
Het avondeten is bijna klaar.
I swim almost every day.
Ik zwem bijna elke dag.
We almost froze to death.
We zijn bijna doodgevroren.
The dinner is almost ready.
Het avondeten is bijna klaar.
He is almost always home.
Hij is bijna altijd thuis.
The woman is almost deaf.
De vrouw is bijna doof.
He comes home almost every weekend.
Hij komt bijna elk weekend thuis.
Tom almost forgot about the meeting.
Tom vergat bijna de bijeenkomst.
I almost understood the entire thing!
Ik begreep het bijna helemaal!
He is almost six feet tall.
Hij is bijna zes voet groot.