Vertaling van annuity
Inhoud:
Engels
Nederlands
annuity {zn.}
lijfrente
annuity, rente {zn.}
jaargeld
The old man lives on his pension.
De oude man leeft van zijn pensioen.
income, return, revenue, yield, allowance, annuity {zn.}
rente
annuity, rente {zn.}
jaarrente
annuïteit
annuïteit
annuity, rente {zn.}
annuïteit