Vertaling van anxious

Inhoud:

Engels
Nederlands
anxious, apprehensive, solicitous, concerned {bn.}
angstig 
bezorgd 
ongerust 
anxious {bn.}
verlangend
anxious {bn.}
verlangend
anxious, worried {bn.}
bekommerd 
bezorgd 
ongerust 
zorgelijk
anxious {bn.}
ongerust 
anxious, agitated, troubled, restless, uneasy, unquiet, unsettled {bn.}
bang 
beducht
bezorgd 
ongerust 
afraid, timid, anxious, fainthearted, pusillanimous, shy, timorous {bn.}
bang 
benepen
beschroomd 
schroomvallig
schuw
vreesachtig


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I am anxious about your health.

Ik maak mij zorgen over uw gezondheid.

Your mother is anxious about your health.

Je moeder is bezorgd om je gezondheid.

She is anxious to meet you.

Ze staat te popelen om jou te ontmoeten.

He is anxious to go with you.

Hij zou dolgraag met u meegaan.

I am very anxious to know why he did such a thing.

Ik ben zeer benieuwd te weten waarom hij zoiets deed.