Vertaling van anyone
welke ... dan ook
wie dan ook
welke dan ook
Voorbeelden in zinsverband
Is anyone absent today?
Is er iemand afwezig vandaag?
I won't tell anyone.
Ik zal het niemand vertellen.
I don't need anyone.
Ik heb niemand nodig.
Can anyone help me?
Kan iemand me helpen?
Does anyone here speak Japanese?
Spreekt er hier iemand Japans?
Does anyone here speak English?
Spreekt hier iemand Engels?
Anyone can write his own name.
Iedereen kan zijn eigen naam schrijven.
You may invite anyone you like.
Je mag uitnodigen wie je wilt.
I don't want anyone to miss this.
Ik wil niet dat iemand dit mist.
It's not something anyone can do.
Dat is niet iets wat iedereen kan doen.
Don't tell anyone what we're doing.
Vertel niemand wat we aan het doen zijn.
Did you see anyone at the mall?
Heb je iemand gezien in de winkel?
Give it to anyone you like.
Geef het aan iemand die u leuk vindt.
He doesn't know anyone of us.
Hij kent niemand van ons.
I don't have anyone who'd travel with me.
Er is niemand die met mij mee wil.