Vertaling van anything
Inhoud:
Engels
Nederlands
anything {betr. vnw.}
ook maar iets
wat dan ook
onverschillig wat
wat dan ook
onverschillig wat
whatever, whatsoever, anything {vnw.}
wat dan ook
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Is it anything serious?
Is het iets ernstigs?
He didn't say anything.
Hij zei niets.
Did Tom say anything?
Zei Tom iets?
I don't know anything.
Ik weet van niks.
That doesn't change anything.
Dat zal niets aan de zaak veranderen.
I didn't learn anything.
Ik heb niets geleerd.
I still haven't found anything.
Ik heb nog steeds niets gevonden.
I'm not frightened of anything.
Ik ben van niets bang.
I could not see anything.
Ik kon niet alles zien.
You didn't tell him anything?
Heb je hem niks gezegd?
I get anything I want.
Ik krijg wat ik wil.
Have you anything to declare?
Heeft u iets aan te geven?
I can't think of anything.
Ik kan niks bedenken.
Have you anything to eat?
Heb je iets te eten?
I'm not afraid of anything.
Ik ben van niets bang.