Vertaling van anywhere
hier of daar
Voorbeelden in zinsverband
Is there a telephone anywhere?
Is er ergens een telefoon?
We didn't see him anywhere.
We zagen hem nergens.
I can't find him anywhere.
Ik kan hem nergens vinden.
I couldn't find it anywhere.
Ik kon het nergens vinden.
I won't go anywhere without you.
Zonder jou ga ik nergens heen
You can find the same thing anywhere.
Ge kunt hetzelfde om het even waar vinden.
The ring couldn't be found anywhere.
De ring kon nergens gevonden worden.
The ring was not to be found anywhere.
De ring was nergens te vinden.
Worrying is like a rocking chair; it gives you something to do but doesn't get you anywhere.
Je zorgen maken is als een schommelstoel; het geeft je iets te doen, maar je komt er nergens mee.
"Do you know where my key is? I don't see it anywhere." "You must be looking for it with your eyes closed, then, cause it's on the table as always.
"Weet jij waar mijn sleutel is? Ik zie hem nergens." "Dan kijk je zeker met je neus, want hij ligt gewoon op tafel."