Vertaling van apprehension

Inhoud:

Engels
Nederlands
apprehension, arrest, detention {zn.}
arrestatie  [v]
inhechtenisneming [v]
aanhouding  [v]
apprehension, arrest, detention, custody {zn.}
inhechtenisneming
arrest  [o]
arrestatie  [v]
aanhouding  [v]
anxiety, apprehension {zn.}
angst [m]
spanning [v]
bezorgdheid  [v]
She could not cope with anxiety.
Ze kon niet omgaan met de angst.
Her anxiety was apparent to everyone.
Haar angst was voor iedereen duidelijk.
notion, realization, sense, apprehension, comprehension {zn.}
verstand 
besef  [o]
inzicht
benul [o]
fear, apprehension, fright, trepidation, alarm {zn.}
vrees
beduchtheid [v]
Fear not because there is nothing to fear.
Vrees niet, want er is niets te vrezen.
Do not fear the unexpected, but be prepared for it.
Vrees niet het onverwachte, maar wees erop voorbereid.


Gerelateerd aan apprehension

arrest - detention - custody - anxiety - notion - realization - sense - comprehension - fear - fright - trepidation - alarm